De begane grond van de stadsboerderij is ons museum. Het geheel is ingericht en aangekleed zoals het eind 19e, begin 20e eeuw was. U vindt hier o.a. onze "beste kamer", een slaapkamer, het washok, de woon-/leefkeuken en de weefkamer, met een antiek weefgetouw uit 1670.
In de tuin achter de boerderij is een groente- en kruidentuin aangelegd.
Op de oude hooizolder is onze expositieruimte, met ook de permanente expositie van de Grolse wanten.
Tijdens de openingstijden zijn er rondleidingen met gids of via een QR code of geschreven tekst, zowel in het Nederlands als in het Duits.
Zie onderstaand een kleine impressie van onze kamers in het museum.
De beste kamer werd vroeger alleen gebruikt om belangrijk bezoek te ontvangen, zoals de notaris of de pastoor. Omdat er bijna nooit iemand kwam, werd er ook niet gestookt. Dat kostte alleen maar geld. De vloer van de beste kamer is een esterikken vloer en al eeuwen oud. Deze vloer werd gelegd in 1623.
Het bed in de slaapkamer is een twijfelaar, ruimte voor een groter bed was er niet. In dit bed sliepen vaak meerdere kinderen, bijvoorbeeld twee aan het hoofdeinde en twee aan het voeteneinde. Op de vloer liggen kannescheuren, een afvalproduct van de aardewerkfabrieken. Deze kannescheuren liggen door de hele boerderij, behalve in de beste kamer.
In de kleine keuken beschikte men over koud water. Stromend water was er nog niet, dus werkten de mensen met een pomp. Hiermee werd grondwater gepompt uit de put. Het houten aanrecht en de zinken aanrechtbak zijn nog origineel. Inmiddels is de kleine keuken op onderdelen aangepast aan de moderne tijd, omdat de medewerkers er gebruik van maken.
De grote keuken was de centrale plek in de boerderij. Het belangrijkste in de keuken is de grote schouw met het fornuis, dit brandde zomer en winter. In de winter zorgde het fornuis ook voor de warmte, zodat het behaaglijk was. Want er was natuurlijk op geen enkele andere plek in de boerderij verwarming. In de grote keuken bevindt zich ook de bedstee, waar het echtpaar sliep.
Hier staat een weefgetouw uit 1670. Het weven van linnen was een bijverdienste voor de arme boeren. Het linnen werd verkocht aan de textielfabrieken. Het weefgetouw is enkele jaren geleden gerenoveerd en enkele medewerkers van de Stadsboerderij kunnen een demonstratie geven van het weven.
Het erf bevindt zich aan de achterkant van de boerderij. Naast de tuin, waar vooral groenten en aardappelen werden verbouwd, staat de wc (ook wel het huuske genoemd), de waterput, het schuurtje en de kapschuur. De waterput is gemaakt van Bentheimer zandsteen en waterdicht. Midden op het erf staat een heel oude molensteen, die afkomstig is van een grutmolen.
In de potstal (deel) stond het vee, vaak een koe en een varken. Tegenwoordig wordt de potstal gebruikt om de bezoekers te verwelkomen. Hier wordt koffie en thee geschonken, vaak in combinatie met een kontenklopper, één van de smaakmakers van de Stadsboerderij Grolle. In de potstal is ook een winkelinrichting uit de jaren 1900 geplaatst. In het winkeltje wordt, naast veel andere artikelen, ook nostalgisch snoepgoed verkocht.
Permanente expositie Grolse Wanten
In het Stadsmuseum Groenlo staat de 80-jarige oorlog centraal. Deze oorlog heeft een grote invloed gehad op de vestingstad Groenlo, vroeger Grol genoemd.
De Stoomhoutzagerij NAHUIS heeft al vele jaren achtereen gedraaid. Een aantal keren per jaar is het museum voor het publiek geopend.
De toren van de (Nieuwe) H.Calixtus is beeldbepalend voor de stad Groenlo. Het beklimmen van de toren is een unieke ervaring: een geweldig uitzicht over Groenlo en verre omgeving.
Museum
Exposities
Potstal
Contact
Museum
Exposities
Potstal
